Zet de aan/uit-schakelaar van de ultrasone reiniger aan en het indicatielampje gaat niet branden.
1. De aan/uit-schakelaar is beschadigd en er is geen stroomtoevoer;
2. De zekering ACFU is doorgebrand.
Na de
ultrasone reiniger zet de aan/uit-schakelaar aan, het indicatielampje brandt, maar er is geen ultrasone output.
1. De verbindingsstekker tussen de transducer en de ultrasone voedingskaart zit los;
2. De zekering DCFU is doorgebrand;
3. Storing in de ultrasone stroomgenerator;
4. Transducerstoring.
De DC-zekering DCFU van de ultrasone reinigingsmachine is doorgebrand.
1. De gelijkrichterbrug of de eindbuis is verbrand;
2. Transducerfout.
Na de ultrasonic cleaning machine is turned on, the machine has ultrasonic output, but the cleaning effect is not as ideal.
1. Onjuist reinigingsvloeistofpeil in de reinigingstank;
2. De ultrasone frequentiecoördinatie is niet goed aangepast;
3. De temperatuur van de vloeistof in de reinigingstank is te hoog;
4. Onjuiste selectie van reinigingsvloeistof.