Wanneer de ultrasone reinigingsmachine defect raakt en niet normaal kan worden gebruikt, kunnen de volgende eenvoudige detectiemethoden als eenvoudige referentie worden gebruikt.
1. De verzekering van de
ultrasone reinigingsmachine is beschadigd: Als u merkt dat er geen stroomweergave is en er geen actie wordt ondernomen na het starten van de machine, controleer dan eerst of de verzekering in het stopcontact beschadigd is.
Analyse: Het is mogelijk dat de aardedraad van de gebruiker vermengd is met de fasedraad of de neutrale draad, en niet geaard is (de aarddraad van de machine is verbonden met de machinebehuizing), of dat de machine kortgesloten is en dat de componenten verouderd en kortgesloten zijn, wat resulteert in schade aan de verzekering.
Detectie: Sluit de verzekering af om te zien of er sprake is van breuk, gebruik een multimeter om te meten of deze kapot is of niet en vervang deze door een nieuw apparaat.
Ten tweede is de voedingsbuis van de ultrasone reinigingsmachine beschadigd:
Analyse: De voedingsbuis op het moederbord zal kortgesloten worden door langdurig ononderbroken gebruik van de ultrasone reiniger of door langdurig gebruik van te weinig reinigingsvloeistof.
3. Schade aan transducer:
Analyse: Het kan zijn dat de temperatuur geleidelijk stijgt als gevolg van langdurig gebruik van het apparaat, waardoor het colloïd kan smelten en de transducer eraf kan vallen of het keramische deel van de transducer kan breken. Detectie: Gebruik een schudapparaat om de diëlektrische sterkte van de transducer te meten. Als de diëlektrische sterkte lager is dan 200MΩ, kan deze niet langer worden gebruikt en moet een nieuwe transducer worden vervangen.
Het interne keramiek van de transducer kan ook barsten als gevolg van langdurig gebruik, waardoor deze niet meer goed kan werken.